Jíj hebt het gedaan! Gekibbel en ruzie, tussen broers en zussen, maar ook buurkinderen en vriendjes. De laatste tijd ontvang ik hierover regelmatig vragen. Vooral nu we meer thuis en rondom huis zijn en de lockdown voor veranderingen zorgt, is er meer gekibbel. Ruzie is niet per definitie slecht voor kinderen. Door ruzie ontdekken ze wat grenzen zijn, van zichzelf en de ander.

Tip: leer kinderen ruzie op te lossen in plaats van te focussen op de schuldige.

Vaak gaan we als eerste op zoek naar een schuldige: ‘Wie is er begonnen?, Wie heeft het gedaan?’ Ook de kinderen roepen over en weer: ‘Jij hebt het gedaan!, Nee, jij’
Voor mij is verantwoordelijkheid nemen belangrijker dan een terechtstelling. Dus jezelf en kinderen de vraag stellen: Wat kunnen we doen om het op te lossen en het anders te doen? Dan leer je dat een kind zelf invloed heeft op situaties. Dat is het tegenovergestelde van: ‘Ik kan er niks aan doen en het ligt aan de ander’. Ik deel graag een manier waarop je dit kunt stimuleren.

Ik vat het hier samen

  • Wacht eerst even af en grijp niet meteen in bij een ruzie.
  • Lopen de emoties hoog op? Worden er grenzen overschreden of wordt er iemand pijn gedaan? Komen ze er niet uit? Ga de kinderen dan wel helpen.
  • Er is zelden maar één schuldige. Vang de emotie op en erken de gevoelens van ieder betrokken kind. Dit kan soms even duren.
  • Omschrijf wat er aan de hand is, bijvoorbeeld: ‘Drie kinderen die dezelfde bal willen op het hetzelfde moment, dat is een uitdaging’.
  • Vraag wat iedereen wil, in plaats van wat ze niet willen. Dat was al duidelijk.
  • Vat het samen. Ook al denk jij dat het duidelijk is.
  • Vraag of de kinderen een oplossing kunnen bedenken.
  • Vraag of iedereen het ermee eens is.
  • Toets na een poosje of de oplossing werkt.

Succes!