Wat doen die bordjes daar (stroomgebied Oereem)
Blikopzeewolde.nl- (Deze ‘longread’ van Blikopzeewolde.nl 9auteur Max Wolters) omvat 774 woorden plus een extraatje). Aan beide zijden van de Gooiseweg tussen Zeewolde en Almere, staat een bordje ‘stroomgebied oereem’. Wat doen die bordjes daar? Er blijkt dat er een heel verhaal achter zit en ja, dat gaat heel ver terug (en levert ook nog een mooie wandeling op). De bordjes staan er op circa 500 meter van elkaar sinds de verdubbeling van deze weg. De bordjes zijn een nogal lullig overblijfsel van wat eigenlijk een provinciaal monument hoorde te zijn. Het stroomgebied van de oereem was te zien en te beleven aan de Vogelweg. Met het gladtrekken van deze weg, een paar jaar geleden, is het stuk historisch cultuurlandschap vernietigd. Eeuwig zonde.
Waarom de weg gladgetrokken is? Sorry, niet nagevraagd maar verkeersgevaarlijk waarschijnlijk, met de golven in het wegdek. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de veiligheid, maar aangezien hier de maximum snelheid van 80 km/u geldt kan dat het in feite niet zijn. Af en toe reed een auto tegen een boom, dat wel, maar daar waren wel hoge snelheden voor nodig. We leven in een risicomijdende maatschappij. Die golven, daar gaat het om. Ze zijn veroorzaakt door het in de ondergrond aanwezige systeem van de Oereem, bevestigd archeologe Tineke Roovers van het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Flevoland. Eertijds, toen mijn kinderen klein waren, vertelde ik ze dat hier een rivier gestroomd heeft. Als we van de oever de oude rivierbeddingen inreden knepen ze hun neus dicht.
Het moet meer dan 20 jaar geleden zijn geweest dat oud-provinciebestuurder Laura Bouwmeester het voorstel deed voor een kunstwerk langs deze weg om duidelijk te maken dat hier een belangrijk stukje Flevolandse historie lag. Haar voorstel was om landschapsarchitect- en ontwerper Kees Hund de bermen van de weg zo vorm te laten geven dat de delta van de Oereem erin zichtbaar was. Of er ooit een ontwerp gemaakt is weet ik niet, in de archieven is niets te vinden, de man kunnen we het niet vragen, hij is overleden.
In 1984 kwamen de eerste bewoners van de gemeente Zeewolde in beeld, daarvoor waren er al boeren bezig het land te bewerken, maar denk niet dat dat de eerste mensen in dit gebied waren. Langs deze delta woonden al mensen in het Mesolithicum en Vroeg-Neolithicum, in de periode tussen circa 9600 en 2900 BC. net na de laatste ijstijd. Dat is bekend door bodemvondsten, zoals haardplaatsen en vuurstenen. De delta slibde dicht en rond 2900 voor Christus veranderde het gebied in een veenmoeras en werd het ongeschikt voor bewoning. In de middeleeuwen kwamen er overigens weer mensen naar het gebied. In 793 wilde de Friese missionaris Liudger er een stuk grond hebben om een klooster te stichten. Dit werd mogelijk werd dit gebouwd in de nabijheid van een dorp dat Seaewald heette een veenachtig gebied ten westen van Harderwijk. Volgens bronnen had hekserij grote invloed had op het leven daar. In de middeleeuwen is dit dorp ‘verdronken’ in de Zuiderzee.
Onderdeel van het stroomgebied van de Eem was het riviertje de Laak. De straatnamencommissie van Zeewolde heeft indertijd haar werk goed gedaan; de Eem en Laak treffen we in het dorp aan, op korte afstand van elkaar en deels parallel, bijna een delta. We kennen ook het Laakse strand aan het Nuldernauw. Op dat strand mag naakt gelopen worden, in berenvellen zal ook wel mogen.
Staatsbosbeheer kreeg het idee om water in het Hulkesteinsebos (zuidlob, tegen het Nuldernauw aan) te brengen, en oude loop van de Laak, die hier gelopen moet hebben, open gegraven. Gouden ingeving en niet zo moeilijk te realiseren want in de bodem was de oude loop van de Laak (of de Eem, wie het weet mag het zeggen) zichtbaar, net als de oeverwallen aan de Vogelweg. Het Zeewoldese landschapsbureau van Cees Maris kreeg de opdracht de omgeving vorm te geven en de drie tijdperiodes uit de oudheid zichtbaar te maken. De Laakse slenk is te bewandelen, 3500 meter lang.
Maar alles kort en goed, het zou de provincie sieren als ze in plaats van heel simpele bordjes twee grote plaatst met een artist impression van de delta en van Neolithicers die er leefden. Hopelijk wordt daar in het Provinciehuis (het gaat om wegen die in beheer zijn bij de provincie) over nagedacht en zijn de huidige bordjes een soort van ‘teaser’, een opwarmertje voor wat komen gaat. Of dat gaat gebeuren? Volgens een verkeersdeskundige van de Provincie zijn er geen plannen. De gemeente Zeewolde zou er een lobby voor kunnen inzetten.
Flevoland is trots op zijn historie, daar hoort dit natuurlijk wel bij. Niet dat er niets van de geschiedenis terug te vinden is. Deze is onder meer fraai weergegeven in vrijwel alle plaatsnamen in Flevoland. Omroep Flevoland schreef er een goed artikel over: #todb Seaewald en Urch.
Alice van der Flier- Karssing schreef een boekje getiteld ‘de heksen van Seawald’. ISBN 978-90-817=2671-9. Mireille van Orden schreef ‘De piraten van Seaewald’. ISBN 978-90-90266104. Beiden boekjes geïllustreerd door Hiky Helmantel en mede mogelijk gemaakt door de gemeente Zeewolde.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
En dan het beloofde extraatje, uit een folder van Staatsbosbeheer:
Laakse slenk: Er zijn twee startpunten voor de wandelroute. Neem vanaf de parkeerplaats Laakse Strand het pad rechtdoor over de camping en volg na het klaphekje het pad in de richting van de slenk. Kom je vanaf de passantenhaven Laakse Hoek? Steek dan eerst de dijk over en volg het pad naar de slenk.
Het is niet moeilijk om de kudde te vinden die hier ‘s zomers graast. De runderen zorgen ervoor dat het gras rond de slenk niet dichtgroeit met bomen. Zouden zij hier niet grazen, dan zou er na een tijd weer bos ontstaan. Maar de grazers doen nog meer. Ze eten niet alleen gras, maar ook veel verschillende planten waarvan ze de zaden met hun mest verspreiden. Op die plekken komen weer nieuwe planten op, die insecten en vogels aantrekken. Er groeien op den duur ook planten die ervoor zorgen dat ze niet opgegeten worden. Deze planten heten vraatverdedigers.
Probeer deze planten eens te vinden en te bedenken waarom de koeien juist deze planten laten staan? Dat er nu weer water door het bos stroomt, is goed voor libellen en andere waterminnende dieren en planten. Hoe meer variatie er in de natuur is, hoe meer libellensoorten er voorkomen. En waar veel libellen leven, gaat het dus goed met de natuur. De libel is uitgeroepen tot mascotte van deze nieuwe, maar tegelijk ook oeroude natuur. Vandaar dat er een kunstwerk van is gemaakt. Bij de slenk leven veel verschillende soorten libellen met prachtige namen als Lantaarntje, Glassnijder of Paardenbijter.
Toen de IJsselmeerpolders droogvielen, werden er veel wrakken gevonden van schepen die hier ooit vergingen. De meeste waren koggen, grote houten handelsschepen die naar de Oostzee voeren. Ook bij de Laakse Slenk bleek een wrak van een kogge te liggen. Precies dit wrak werd gebruikt als basis voor het bouwen van de Kamper kogge, een replica (een paar maal te zien geweest tijden Sailwolde en/of de Havendagen)die echt kan varen. De kogge die je nu hier ziet, bestaat alleen uit houten palen. De palen geven de vindplaats en de grootte van het wrak aan.
Bij het opengraven van de Laakse Slenk werden op veel plaatsen resten van vuurhaarden gevonden: plekken waar al in de prehistorie vuur werd gestookt. Bij de vuurhaard en de oversteek zijn sporen te vinden.